Wolbij

Wolbij

De wolbij is een bijzonder type bij dat haar nest bekleedt met zachte haartjes van planten. Ze lijkt wel een klein bouwkundig wonder, zorgvuldig bezig met het verzamelen van “wol” van bladeren en stengels. Deze rustige solitaire bij is een vaste gast in bloemrijke tuinen.

Grootte van de Wolbij

De wolbij is middelgroot en wordt tussen de 1 en 1,5 centimeter lang. De vrouwtjes zijn iets forser dan de mannetjes en hebben een stevig, behaard lichaam. Ondanks haar compacte formaat is ze opvallend actief en goed te herkennen als ze druk in de weer is met plantenharen.

Verschil mannetje en vrouwtje

Het vrouwtje herken je aan de dichte, witte of gele haren onder haar achterlijf, waarmee ze stuifmeel verzamelt. Ze heeft korte antennes en een iets breder lichaam. Het mannetje heeft langere antennes, een slanker lijf en opvallende witte haarvlekken op het gezicht. Hij vliegt vaak rond de bloemen om territorium te bewaken en vrouwtjes te lokken.

Omschrijving

De wolbij heeft een donker, glanzend lijf met lichte beharing. Haar naam komt van haar bijzondere nestgedrag: ze schraapt kleine plukjes wolachtige haren van planten zoals viltkruid, ezelsoor of stachys. Daarmee bekleedt ze de binnenkant van haar nestcellen, zodat haar eitjes veilig en warm liggen. Wolbijen leven solitair, wat betekent dat elk vrouwtje haar eigen nest maakt.

Hoe herken je een wolbij?

Je herkent de wolbij aan haar opvallende gedrag: ze vliegt van bloem naar bloem, maar landt ook regelmatig op bladeren om daar kleine plukjes “wol” van af te schrapen. Deze draagt ze als een pluizig bolletje onder haar lijf naar haar nest. Ze bezoekt graag bloemen van lavendel, kattenkruid, bijenbal en viltkruid. Ondanks haar drukke werk is ze rustig en niet agressief.

Wijze van nestelen

De wolbij maakt haar nest in holtes, bijvoorbeeld in bijenhotels, muurholtes of stengels van planten. Elke cel wordt zorgvuldig bekleed met de verzamelde plantenwol en gevuld met een mengsel van stuifmeel en nectar. Daarna legt ze één eitje per cel en sluit het compartiment netjes af. De larve ontwikkelt zich in de warme, wollige cocon en overwintert tot het voorjaar.